Lopen met hulpmiddelen algemene adviezen

Wanneer gebruik je een loophulpmiddel ?  

Loophulpmiddelen worden ingezet om vallen te voorkomen bij verminderde spierkracht en coördinatie of bij evenwichtsproblemen. Maar ze kunnen ook worden ingezet om pijn te verminderen en bij conditieverlies. In zijn algemeenheid geldt, dat bij weinig kracht of bij slecht evenwicht een hulpmiddel wordt gekozen dat veel steun geeft. Bedenk dat het bieden van ondersteuning er wel toe kan leiden dat de kracht in de benen achteruit gaat. Maar gebruik toch altijd een hulpmiddel als het lopen onveilig voelt, want het gevoel van veiligheid en het voorkomen van het vallen staat altijd voorop. Vraag zonodig advies aan een fysiotherapeut.

Waarop letten bij de keuze ?

Als de kracht in de benen en het evenwicht weer beter worden, dan  kan er een hulpmiddel worden gekozen dat minder steun geeft. Dan kan een rollator misschien weer vervangen worden door elleboogkrukken of een stok. Heeft u last in de handen vanwege het steunen, dan kunt u kiezen voor een speciaal handvat dat breder is. Een zogenaamd ‘anatomisch handvat’. Zo’n ‘anatomisch handvat’ verdeelt de druk beter en geeft daardoor minder pijnklachten in de handpalm.

De hoogte van het loopmiddel

Het instellen van de juiste hoogte van uw loopmiddel is belangrijk. Scheef lopen kan klachten geven aan schouders of nek. Mocht het u niet lukken om zelf de juiste hoogte in te stellen, laat u dan helpen door een deskundige, zoals een fysiotherapeut.