Een rolstoel duwen
Als u met de rolstoel loopt, probeer dan op een gegeven moment de vaart er in te houden, zodat u niet steeds hoeft te stoppen en te starten, want juist dat is erg belastend voor de armen. Probeer altijd een wegdeel uit te kiezen dat een beetje horizontaal is, want anders moet u steeds bijsturen en dat is ook weer erg vermoeiend voor de armen. Met de armen lichtjes gebogen is het duwen van de rolstoel het minst zwaar. Sturen gaat net als op de fiets. Door de rechterkant wat meer naar voren te duren gaat de rolstoel links en door de linker kant steviger te duwen gaat de rolstoel naar rechts.
De stoep op met een rolstoel
Bij het opgaan van de stoep rijdt u door tot vlak voor de stoep. U zet de voet op de trapdop, kiept de rolstoel een beetje achterover, zet de voorwielen op de stoep (probeer een beetje vaart te maken) en maak gebruik van je eigen lichaamsgewicht. Een stoep kan soms lastig zijn, omdat de voetsteunen kunnen blijven hangen op de stoep. Dan kan het handig zijn om bij het buiten lopen de voetplaten iets omhoog te zetten.
Een bocht maken met een rolstoel
Bij het maken van een scherpe bocht met de rolstoel is het belangrijk dat u uw rug niet verdraait. Daarom is het belangrijk dat u uw hand vastpakt aan de handgreep aan de kant waar u op wilt draaien. Op die manier trekt u dan de stoel heel scherp zonder uw rug te veel te belasten.
Een helling of op- of afrit
Als u als helper een helling-, op- of afrit af moet rijden met een rolstoel, gaat u achteruit met de rolstoel de afrit af en vooruit de afrit op. Kijk voor meer informatie hierover bij de filminstructie over de hellingbaan.
Hoogte van de handvatten van de rolstoel
Heeft uw rolstoel verstelbare handvatten, zorg er dan voor dat de handvatten op de hoogte van de pols van de begeleider worden afgesteld wanneer deze de armen slap langs het lichaam laat hangen. Hierdoor loopt u in een goede houding achter de rolstoel en u voorkomt hiermee lichaamsklachten.