Lopen met een stok

De wandelstok wordt ingezet om enkels, knieën en rug te ontlasten bij pijnklachten of na een operatie . De stok verbetert ook het gevoel van veiligheid als iemand evenwichtsproblemen heeft. Door de extra steun is lopen minder vermoeiend waardoor u verder kunt lopen.

Het is de bedoeling dat u de stok “actief” gebruikt: d.w.z. er niet meesleept of alleen de grond aantikt, maar dat u de stok stevig op de grond plaatst bij elke stap en dat u zich ervan bewust bent dat u met uw armen en bovenlichaam op de stok steunt. Dit ontlast uw rug en benen. Bij evenwichtsproblemen is het steunen minder noodzakelijk en wordt de stok vooral gebruikt om de balans te bewaren. De stok is ter ondersteuning van de ‘aangedane of zwakke’ kant van het lichaam. U houdt altijd de stok aan de gezonde zijde !
De stok en het aangedane been worden samen naar voren gezet. Als de stok aan de tegenoverliggende lichaamszijde is van het aangedane been, dan is het steunvlak groter en dus het evenwicht beter op het moment dat u op het moeilijke been staat.